Vrijwel vanaf het begin van de kerk hebben christenen zich afgevraagd hoe ze hun Heilige Schrift moeten en willen uitleggen. Met welke bedoeling deden zij dit? Meijering probeert te laten zien dat er in de loop der eeuwen eigenlijk weinig is veranderd: De uitleg van de Schrift moet het eigen geloof ondersteunen. Meijering staat in het bijzonder stil bij de eerste grote theoloog: Irenaeus, daarna bij de
Hervormers en de protestantse orthodoxie, bij kritische theologen als Schleiermacher, Harnack en Baur, en bij Nederlandse theologen met uiteenlopende visies als Bavinck, G.J. Heering, Noordmans, Berkhof en de auteurs van het belangrijkste Nederlandse systematisch theologische werk sinds de eeuwwisseling: de Christelijke Dogmatiek van Van den Brink en Van der Kooi.
Eginhard Meijering (1940) was van 1968 tot 1995 predikant en van 1976 tot 2001 lector in de theologiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Sinds 1980 is hij lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen; in 2001 verleende de Universiteit van Heidelberg hem een eredoctoraat in de theologie. Hij is lid van de Remonstrantse Broederschap en gastlid van de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt in Oegstgeest.