José-Juan Stolting (1961) vertrok als 21-jarige student politicologie (UvA) in de zomer van 1982 uit Nederland om in te voegen in een Surinaams gezelschap van studenten. Een uitwisselingsproject tussen Cuba en Suriname was tot stand gekomen.
In 1988 keerde hij terug naar Nederland, met een missie.
In dit autobiografisch werk verhaalt hij direct, kleurrijk, hier en daar hilarisch en ook meeslepend over zijn belevenissen en avonturen op dit tot de verbeelding sprekende eiland van Fidel Castro en Che Guevara. En passant geeft hij de lezer een inkijkje in hoe het radicaliseringsproces in het hoofd en hart van een radicaliserend persoon te werk gaat. En hoe je daar ook weer uit kan ontsnappen.
‘Ik heb echt gelachen om dit boek.’ – een vriend
‘Het las als een spannend jongensboek.’ – schoonzoon
‘Ik kon het niet wegleggen.’ – een vriendin