Een voetballer uit de DDR van de BFC Dynamo Berlin blijft na een oefentrip in West-Duitsland achter. Hij probeert daar in 1987 een nieuw bestaan op te bouwen. Dat gaat met horten en stoten. De vraag is of hij bij de ontsnapping van hogerhand gesteund is. En zo ja, van welke hogerhand. Het is duidelijk dat hij aan lager wal geraakt. En dat leidt tot complicaties aan weerszijden van de Muur. Hoofdinspecteur Thomas Engel stuit na de Val van de Muur op onverkwikkelijke zaken uit zijn DDR verleden. Aan de Weißensee in Berlijn wordt een lijk gevonden. En al snel lijken er verbanden te zijn met de vroegere DDR en de Staatsveiligheidsdienst van generaal Erich Mielke. Samen met hoofdagente Ruth Maier ontrafelt hij een ingewikkelde zaak. De vraag is op welke wijze de kaarten moeten worden gelegd. Speelt Erich Mielke nog een rol in deze zaak of moet heel anders tegen het verleden worden aangekeken? En speelt voetbal daarin dan nog een rol? Een koelbloedige hoofdinspecteur en een nuchtere hoofdagente komen stap voor stap dichterbij de dader. Maar de prijs is hoog. Bestaat er verschil tussen het juiste of het goede doen?