Het verhaal voert de twee hoofdpersonen Maarten en Joost, jongens van 14 en 15 jaar oud, terug in de tijd. Door familie-omstandigheden komen Maarten en z’n vriend Joost onverwacht te logeren op de boerderij van opa Oerlemans.
De hoogbejaarde man draagt z’n leven lang een familiegeheim met zich mee. Nu de man z’n einde ziet naderen, deelt hij dit geheim noodgedwongen met z’n achterkleinzoon Maarten.
Dat het geheim aan de oorsprong moet worden ontzenuwd is ze duidelijk, maar hoe? Deel uitmaken van het gezin, waarin de oma van je doodzieke overgrootvader opgroeit? Terug in de tijd! Wie maakt dat mee? Wie zou dat niet mee willen maken?
Ook als je in 1812 belandt en je een missie hebt die totaal onduidelijk is?
Een ring en het goede doen en het slechte laten, lijken hun enige houvast. Is dat genoeg om hun missie te laten slagen en veilig terug te keren in hun eigen tijd en wereld?