In 1729 publiceerde de gewezen ambtenaar Lan Dingyuan een bundel met vierentwintig verhalen waarin hij gedetailleerd verslag deed van zijn ervaringen als bestuursambtenaar in de districten Puning en Chaoyang in de Zuid-Chinese provincie Guangdong. Onderwerp van deze helder en over het algemeen levendig vertelde verhalen zijn Lan’s inspanningen om in deze districten de openbare orde te herstellen. In de verhalen beschrijft Lan hoe hij moordenaars opspoort, bedriegers en intriganten ontmaskert, familieruzies beslecht, bijgeloof bestrijdt, een bende armoedzaaiers, die de kustwateren onveilig maakt, oprolt, zich inspant om de lokale zeden te verbeteren, notoire wanbetalers tot het betalen van hun achterstallige belastingen dwingt en onvermoeibaar ten strijde trekt tegen de overal op de loer liggende corruptie. Hoewel de verhalen vooral de schaduwkant van de toenmalige Chinese samenleving beschrijven, geven ze een levendig beeld van de sociale dynamiek van het late Chinese keizerrijk en van de uitdagingen waarvoor het centrale gezag zich gesteld zag als het ging om de handhaving van de openbare orde.