Op 10 mei 1940 wordt Nederland binnengevallen door Duitsland. Een van de speerpunten van de aanval is Maastricht waar het leven van de 17-jarige Willy voorgoed verandert.
Te werk gesteld in een munitiefabriek boven Berlijn ontvlucht hij zijn werk en duikt onder in het woeste Peelgebied in Noord-Limburg. Daar ontpopt hij zich tot een vaste waarde in de hulp van vluchtende geallieerde piloten en in het gewapende verzet.
Na de bevrijding van het zuiden van Nederland meldt hij zich als oorlogsvrijwilliger en wordt per ongeluk lid van de eerste Nederlandse mijnen- en explosievendienst. Dagelijks ligt de onzichtbare dood op de loer voor de jonge mannen die het bevrijde Nederland proberen op te schonen van mijnen, bommen en andere explosieven.
Het boek beschrijft de belevenissen van de markante Willy tijdens de verschrikkingen van de oorlog. Zijn verhaal wordt ruim aangevuld met weinig bekende ooggetuigenverslagen van tijdgenoten.