De 16de-eeuwse hervorming van de christelijke kerk had tot gevolg dat er families ontstonden die zich eeuwenlang verdienstelijk maakten als verkondiger van deze nieuw stroming. In dit boek wordt de domineesfamilie Wesselius behandeld. Uit elke generatie koos minstens een zoon voor de zielszorg, waarbij Friesland een bijzondere plaats bleef houden.
De eerste tekenen van de familie waren aan het eind van de 16de eeuw. Met het overlijden van de predikanten Hermannus en Johannes aan het begin van de 19de eeuw eindige deze familiedynastie. De laatste Hermannus beschreef in 1803 de geschiedenis van het dorp Huizum.
Uit de woonplaatsen van de Wesselii als predikanten en andere functies bleek dat zij destijds vooraanstaande burgers waren. Vele gelegenheidsgedichten getuigen hiervan. Uit een opbloeiend netwerk zongen dichteressen hen toe. Een van hen was Magdalena Pollius te Huizum.