In dit boek beschrijft Jana de hoop dat haar kinderen gaan begrijpen hoe en waarom hun moeder voelde, beleefde en niet anders kon. Zij had aanvankelijk de bedoeling dit boek alleen voor hen uit te geven. Ze beschrijft hier haar dagboeken, levensloop en problemen van vóór, tijdens en na haar scheiding, waarvan de kinderen slechts een deel meekregen, maar wel onder leden. Daarom schrijft ze ook over haar ‘anderszijn’ wat jaren later HSP en mogelijk ook een lichte vorm van autisme bleek te zijn. Haar jongste dochter met problemen vanwege de scheiding, verbleef ruim tweeëneenhalf jaar op een internaat, en hield Jana in die periode voor de therapeut van het internaat een dagboek over haar gevoelens en bezigheden bij, opdat hij een goed inzicht kreeg in het gezin. Deze dagboeken werden eens per twee weken in een gesprek behandeld vóór ze haar kind ophaalde voor het thuisweekend. Tijdens de gesprekken bij de therapeut, leerde ze dat er méér vrouwen zijn met soortgelijke problemen. Ook al zou er niet persé van een scheiding sprake zijn. Daarom besloot ze het boek uit te geven. Ze wil andere vrouwen het gevoel geven ‘je bent niet alleen’.