‘Toen is vervuld wat gesproken is door de profeet Jeremia…’. Deze woorden in Mattheüs 27:9-10 zijn al eeuwenlang aanleiding geweest tot discussie. Klopt het wel wat Mattheüs hier schrijft? De tekst die hij aanhaalt komt toch uit Zacharia 11 en is toch in Jeremia niet te vinden? Heeft Mattheüs een fout gemaakt? Of is de tekst ‘vervalst’ in de loop van de tijd? De Schriftkritiek gebruikt het maar al te graag om de waarheid van de Bijbel te ondermijnen.
Maar wat schittert hier de trouw van de God van Israël en de vastheid van Zijn Woord! Mattheüs heeft geen fout gemaakt. Hij zag dat de akker die gekocht werd alles te maken had met wat er in Jeremia 32 gebeurt. De beloftes die de Heere God daar doet, staan in het teken van het Nieuwe Verbond. Dat Verbond is bevestigd in het bloed van de Heere Jezus Christus (Mat. 26:28). En zelfs het geld dat Judas voor het verraad van zijn Meester kreeg, werkt mee aan de uitwerking daarvan. Dat Nieuwe Verbond zal vervuld worden in de Openbaring van Jezus Christus. Over Hem en Zijn trouw gaat dit boek.
De schrijver staat op het standpunt dat de Schrift zichzelf verklaart. Daarom zijn de enige literatuurverwijzingen naar de Bijbel Zelf.