Wanneer de Amerikanen op het einde van WOII het beruchte concentratiekamp van Dachau bevrijden is Johny Vosté een van de tienduizenden slachtoffers. Desondanks viel hij op tussen zijn lotgenoten. Johny had een donkere huid en zwart kroeshaar. Op het document dat in het kamp werd opgesteld, stond eerst dat hij ariër was, maar dat werd botweg vervangen door ‘neger’.
Hoe kwam de jonge Congolese Belg terecht in het Beierse concentratiekamp? En wat is er met Johny gebeurd na zijn bevrijding? Die vragen probeert Wannes Peremans in dit boek te beantwoorden. Hij vertelt een verhaal dat ons van de goudmijnen van Kilo-Moto naar de gevangenis van Antwerpen meeneemt en uiteindelijk naar de hel van Dachau. Zo huldigt de auteur Johny’s ongelooflijke levensverhaal, net als de generatie moedige Belgische weerstanders die samen met Johny tussen de plooien van de geschiedenis zijn verdwenen.