Dè geschiedenis van het Europese theater schrijven is onmogelijk. Dit boek bundelt, in toegankelijke hoofdstukken en doorspekt met levendig beeldmateriaal, een aantal verhalen van podiumkunstenaars die een belangrijke rol speelden in de ontwikkeling van het West-
Europees theater tussen 1870 en 1950. Theatermakers pikten in op nieuwe psychologische en wetenschappelijke inzichten en maakten met hun voorstellingen hun eigen aanspraak op ‘de waarheid’. Ook reageerden zij via hun werk op de gevolgen van de industrialisering en het trauma van de Eerste Wereldoorlog. In hun drang naar vernieuwing werkten ze ook nauw samen met beeldende kunstenaars van die tijd.
Christel Stalpaert neemt de lezer mee in de hoofden en op de podia van onder anderen Richard Wagner, Maurice Maeterlinck en Bertolt Brecht. Aan de hand van recensies, brieven en memoires geeft ze een inkijk in het creatieve proces en in hoe het theater als kunstvorm evolueerde. Met de vele prachtige beelden van decors, voorstellingen, affiches en kostuumontwerpen kan de lezer zich ook makkelijk inleven in het modernistische theater. Daarnaast werpt dit ambitieuze werk een kritisch licht op hoe een voorstelling resoneerde met bepaalde racistische, seksistische en imperialistische denkbeelden van die tijd.