Na eeuwenlange verdeeldheid sloegen zes landen in Europa de
handen in elkaar. Grenzen vervaagden en slagbomen verdwenen.
Het continent werd verenigd door instellingen op te richten
en verdragen te sluiten. Maar bovenal was dit het verhaal
van mensen. Premiers, presidenten, kanseliers en commissarissen
bepaalden de richting, elk op hun tijd. Ze werden bondgenoten
of rivalen. Soms konden ze elkaar niet uitstaan, soms werden
het zielsverwanten. Ze schreven geschiedenis in duffe vergaderzalen,
maar net zo goed in prachtige paleizen of in de kelders
en krochten van kloosters en kastelen. Ze ontmoetten elkaar
in achterafhotelletjes, in de bergen of op de boot.
Dit boek is een reis over het continent in het spoor van de
hoofdrolspelers en de toevallige passanten die ongepland mee
op het toneel belandden. Het vertelt hoe de Europese grondwet
in een braadkip belandde, wat een opblaaspop met de vrije
markt te maken heeft en hoe koeien in de vergaderzaal op de
vierde verdieping verzeilden. Het is het verhaal van ministers
die cello speelden, porto met cola dronken of op gebreide
pantoffels door de gangen rondslopen.
Het traject van de Europese eenmaking volgde geen vast
patroon. Het was een grillige lijn vol onverwachte kronkels.
Er was nooit een draaiboek of een breed gedragen plan, en
toch ontstond, stap voor stap, de Europese Unie. Met dit boek
schreef Hendrik Vos de geschiedenis van Europa die iedereen
wil lezen