Kunstonderwijs is sinds jaar en dag het lelijke eendje op school. Leerkrachten die er (tegen de stroom in) voor blijven vechten, worden veelal overstemd door holle slogans over de achteruitgang van ons onderwijs – lees: het economische rendement ervan. Voor leerlingen die niet artistiek aangelegd zijn, klinkt het, is kunsteducatie nutteloos tijdverlies. Nochtans onderschrijven experts het belang ervan voor de persoonlijkheidsontwikkeling van kinderen en jongeren.
In Mogen we nog verwonderd zijn? breken verschillende ervaringsdeskundigen en artiesten een lans voor het kunstonderwijs.
De meerwaarde én de noodzakelijkheid ervan wordt geduid vanuit antropologische, psychologische, pedagogische, neurobiologische en filosofische hoek. Daarnaast bevat het boek ontroerende persoonlijke getuigenissen en een visie over hoe kunsteducatie op de lagere en middelbare school er zou kunnen uitzien. Een inspirerend pleidooi voor verwondering en een aanrader voor iedereen die begaan is met humaniserend onderwijs.