Samen met haar man en twee guitige dochters lijkt Patsy een doorsnee leven te leiden. Haar kinderen zijn grappig, sociaal, hulpvaardig en beleefd. Kinderen uit de boekskes, zoals men weleens zegt. Maar op een dag keert het tij. Wat ze ook doet, thuis loopt het alsmaar vaker mis. Wanneer ook de oudercontacten op school er steeds minder vrolijk aan toegaan, wordt haar gezin overspoeld door een golf van emoties, een gamma aan hulpverleners en een waslijst aan diagnoses.
Lang vreest Patsy dat ze van opvoeden weinig kaas heeft gegeten. Wat moet je met al die meningen? Is hoogsensitiviteit zo’n typisch modewoord? Wat met al die andere etiketten en verdomde vooroordelen? Toch werpt ze zich vastbesloten in de strijd om te slagen in de aartsmoeilijke opdracht die opvoeden is, helemaal op haar eigen manier.
Ben ik dan een slechte mama? is een persoonlijk verhaal dat voor veel mama’s en papa’s erg herkenbaar zal klinken, want er zijn ontzettend veel stoere prinsen en schattige prinsessen die net ietsje anders functioneren dan wat men zo graag ‘het gemiddelde’ noemt. Patsy schrijft zonder gêne, maar vooral met groot respect voor zij die een tikkeltje harder moeten werken om hun mooiste leven te leiden.