Hoe functioneert een mens? Die vraag is even oud als de mensheid zelf. Toch is het pas sinds het einde van de 19e eeuw dat er systematisch onderzoek wordt gedaan naar de processen die ons functioneren bepalen. Hoe nemen we onze omgeving waar? Hoe selecteren we uit de veelheid van omgevingsprikkels welke relevant zijn? Waarom reageren we op een bepaalde manier, terwijl er talloze andere reacties mogelijk zijn? Welke rol speelt taal in onze communicatie en hoe kunnen we een en ander nog representeren? Op welke wijze komen we tot een beslissing en hoe kan vertekende informatie die beslissingen verstoren?
Het psychologisch onderzoek naar deze mechanismen is sinds het begin van de 21e eeuw gerelateerd aan de cognitieve neurowetenschappen en de neuropsychologie. Daardoor raakt de kennis van cognitieve functies steeds inniger vervlochten met het begrip van hersenfuncties. Recente theoretische modellen veronderstellen dat de hersenen continu predicties genereren over onze omgeving, predicties die we vervolgens corrigeren en zodoende onze perceptie en acties bepalen. Dit handboek bespreekt het menselijk functioneren vanuit een dergelijk theoretisch kader. Tegelijk plaatst het de huidige inzichten in de historische context, zodat je een diepgaande kennis verwerft van het menselijke denken en doen.