Liefde is een van de meest belangrijke en indringende ervaringen in het leven van de mens. Maar de liefde is momenteel razendsnel aan het veranderen. Er worden medicijnen uitgevonden om je verliefd te kunnen maken (- of houden!); er bestaan robots om seks mee te hebben en avatars die je perfecte partner beloven te zijn. Er wordt gestreden voor wetten om met meer dan twee mensen te mogen trouwen, bejaardenporno wint snel aan populariteit, je kunt seks hebben met iemand op duizenden kilometers afstand en tegelijkertijd is er een groeiende groep mensen die bewust, alleen blijft: de sologamisten.
Liefhebben is mens-zijn; het is een beleving die robots en algoritmes wel na kunnen doen, maar nog niet kunnen beleven. Liefde is ook een van de meest dwingende, sturende krachten in ons bestaan: we begaan er misdaden voor, breken harten, laat ons letterlijk en figuurlijk over grenzen gaan. Ons kunnen verbinden met anderen is de essentie van
mens-zijn: het maakt ons wie we zijn. Zonder contact met anderen groeien we niet, leren we niet, floreren we niet. Sterven we uit.
In Met z'n zessen in bed onderzoekt toekomst-antropoloog Roanne van Voorst hoe de liefde verandert. Aan de hand van sociologische en filosofische literatuur, maar ook door interviews met futuristen, ervaringsdeskundigen, uitvinders en vooral aan de hand van eigen, antropologisch onderzoek. Van de keer dat ze een sekspop huurde tot het testen en matchen van haar DNA met dat van haar partner; van het ervaren hoe het is om een digitale partner te hebben tot het uitproberen van relatiepillen.
Een fascinerende en zinnenprikkelende vooruitblik op de toekomst.