De strijdkreet ‘bersiap!’ klonk in talloze steden en dorpen in Indonesië tijdens de eerste maanden na het uitroepen van de onafhankelijkheid, op 17 augustus 1945. De alom gehoorde oproep ‘paraat te staan’ voor de vrijheidsstrijd van de jonge natie markeert de start van de Indonesische revolutie en luidde een periode in van extreem geweld. Deze gewelddaden waren voornamelijk gericht tegen burgers en dienden geen militair doel.
'Het geluid van geweld' schetst de dynamiek van dit extreme geweld waarin Indonesische strijdgroepen de wapens opnamen tegen Indo-Europeanen, Molukkers, Nederlanders en Chinezen, maar ook tegen Japanse burgers en Japanse en Brits-(Indische) militairen.
De auteurs plaatsen deze angstaanjagende periode nadrukkelijk in het bredere kader van onderling Indonesisch geweld, alsook het geweld van Japanse, Britse en Nederlandse zijde tegen Indonesische burgers. Niet alleen Java en Sumatra, maar ook andere eilanden komen in dit boek aan de orde, evenals het lastige vraagstuk van de slachtofferaantallen. Ten slotte gaat het in op de ontwikkeling van de term ‘bersiap’ in de voorbije 75 jaar, die in Nederland uitgroeide tot een kernbegrip om de vroegste fase van de Indonesische revolutie te duiden.