De politiepraktijk verhoudt zich niet vanzelfsprekend tot wetenschappelijk onderzoek. Het traditionele beeld is dat van de wetenschappers in de ivoren toren op grote afstand van de politieagenten op straat. Wetenschappers zijn dan vooral bezig met kennisvragen, terwijl het de politieagenten gaat over het nut van onderzoek voor de praktijk.De afgelopen twee decennia is er veel veranderd in de relatie tussen politie en wetenschap. De academische waardering voor praktijkkennis is toegenomen en er wordt in toenemende mate onderzoek gedaan in en met de praktijk. Binnen de politie is het belang van een wetenschappelijke onderbouwing van beleid en uitvoering toegenomen. De politie is een kennisintensieve uitvoeringsorganisatie geworden, maar de verhouding tussen politiepraktijk en wetenschappelijk onderzoek is nog niet uitgekristalliseerd.In dit Cahier wordt op basis van concrete voorbeelden getoond welke kansen en risico’s zich voordoen met het oog op de – verwachte of gewenste – toekomstige verhouding tussen beide domeinen.