Dit boek richt zich op bestuurders van onderwijsorganisaties. Om zicht te krijgen op bestuurlijk handelen hebben de auteurs gebruikgemaakt van onderzoek naar succesvolle schoolsystemen (zoals in Ontario, Finland en Singapore) en succesvolle schooldistricten en hebben ze een aantal Nederlandse onderwijsbestuurders geïnterviewd. Bestuurders kunnen vergelijkbare leiderschapspraktijken inzetten die schoolleiders gebruiken om lerende scholen te ontwikkelen. Bestuurders stemmen deze leiderschapspraktijken af op de personen, de situatie en de context waarbinnen ze werken en de doelen die ze willen realiseren. Hun bestuurlijk handelen wordt daarbij gekleurd door hun persoonlijke kwaliteiten en persoonlijke identiteit.Dit boek combineert theorie en praktijk en maakt duidelijk op welke wijze bestuurlijke leiderschapspraktijken en persoonlijke kwaliteiten kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van lerende scholen en daarmee aan het vergroten van de onderwijskwaliteit.