‘Wie katholiek geboren is, komt er kennelijk nooit meer vanaf’, aldus Piet Gerbrandy. In zijn jonge jaren heeft de dichter Cees Nooteboom aan de seminaria van Venray en Eindhoven een religieuze vorming ontvangen, maar hij heeft al vroeg in zijn volwassenheid het geloof in de geïnstitutionaliseerde godsdienst uit zich voelen wegvloeien. Wel heeft hij zijn affiniteit behouden met de rituelen van de rooms-katholieke traditie. Dat laat zich goed aflezen aan zijn verlangen naar intensieve ervaringen, om nog vóór de dood, hier in dit aardse leven, het vergankelijke en het eeuwige te laten versmelten.
Naar de poëzie van Nooteboom is niet eerder een uitgebreid onderzoek gedaan vanuit het perspectief van het metafysische en het mystieke. Dit boek, dat uitkomt in het jaar dat de dichter negentig wordt en bovendien zijn Verzamelde gedichten verschijnen, kan behulpzaam zijn bij het inzicht in zijn veeleisende poëzie.