Sociaal werk is een complex werkveld en een belangrijk onderdeel van een gezonde samenleving. Het is sterk in ontwikkeling en vraagt om voortdurende bezinning en reflectie. Vaak wordt gehoord dat maatschappelijk werkers/hulpverleners individuele vragen van cliënten voornamelijk individueel oppakken en weinig gebruik maken van (informele) netwerken en collectieven. Is dat wel zo? Wat zijn hun aarzelingen en wat kunnen daarvoor dan goede redenen zijn? Wanneer er te veel gefocust wordt op individuele hulpverlening – die overigens op terechte gronden kan plaatsvinden –, is het risico groot dat aanwezige hulpbronnen rondom het individu niet in beeld komen. Een gemiste kans. De sociaal-maatschappelijk werker kan dus actief bijdragen aan het tot stand komen van meer verbinding tussen individu en zijn sociale omgeving.
De auteurs hebben op basis van hun visie, hun ervaringen en een combinatie van bestaande theorieën zoals Empowerment, Oplossingsgericht werken, Sociale Netwerk Versterking en Thema Gecentreerde Interactie, een werkbare methodiek ontworpen om de overgang van individueel naar meer collectief werken mogelijk te maken. Uiteindelijk hebben ze een route bewandeld naar een nieuwe methodiek: de KIM-methode.
De auteurs Wilma van der Vaart en Wim Joosen specialiseerden zich in Oplossingsgericht werken. Van hen verscheen eerder het boek: ‘Oplossingsgerichte hulp- en dienstverlening. Cirkels van empowerment’. Zij zijn eigenaar, trainer, coach, supervisor en intervisor van ‘Cirkels, Bureau voor Oplossingsgericht werken’.
Medeauteurs Guy de Hoop en Corien Schaerlackens, werkzaam bij MEEK2 – Expertisecentrum Sociaal Werk, zijn ervaren werkers en trainers in Sociale Netwerk Versterking. Marie-José Knops, eigenaar van Trainingsbureau Kind in ‘t zicht, schreef mee vanuit haar brede ervaring als jeugdhulpverlener en trainer.