In dit boek, nummer 36 van de reeks ‘Praxis Bewegingsopvoeding’ dat verschijnt naar aanleiding van de 46e Nascholing Lichamelijke Opvoeding aan KU Leuven, willen we aandacht besteden aan instructional alignment. Dit betekent dat leerdoel, leerinhouden en evaluatie op elkaar afgestemd zijn. In een effectief LO-programma liggen wat onderwezen wordt, hoe het onderwezen wordt en de manier van evalueren op dezelfde lijn. Wanneer dit niet het geval is, verliest men focus en leerwinst. Als leerkracht vraagt het een diepgaande vak(didactische)kennis om het leren van leerlingen ‘zichtbaar’ te maken en zo het onderwijsproces te sturen.
In het inleidend artikel wordt een kader geschetst met betrekking tot evaluatie. Daarna worden diverse pistes vanuit dit kader gebruikt om het leren van leerlingen zichtbaar te maken binnen diverse bewegingsgebieden voor het secundair onderwijs.
Dirk Pardaens is leerkracht LO en lerarenopleider aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen (FaBeR) van de KU Leuven.
Hilde Leysen is lerarenopleider aan de UC Leuven-Limburg en de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen (FaBeR) van de KU Leuven.
Peter Iserbyt is docent en verantwoordelijk voor de Specifieke Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding (SLO LO) aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen (FaBeR) van de KU Leuven.
PRAXIS BEWEGINGSOPVOEDING 36
Deze reeks wil leraren LO informeren over actuele denkpistes en vernieuwingen in het didactisch denken over het vak LO en gelijktijdig deze theorieën toepassen in diverse bewegingsgebieden. Er wordt steeds het midden gehouden tussen een wetenschappelijke en onderwijskundige verantwoording van een centraal gekozen thema. Deze uitgave sluit aan bij de 46e nascholing van de Specifieke Lerarenopleiding LO aan de KU Leuven.