Dit boek gaat over de vraag hoe we de verantwoordelijkheid over de opvoeding in onze samenleving delen. En dus over interventies in de gezinsopvoeding. De gezinspedagogiek is vaak een wetenschap geweest die ouders wantrouwde en met opgeheven vingertje zei wat deugde en niet deugde. Ook initiatieven die zeggen te “empoweren” of “krachtgericht” te werken, zijn soms in hetzelfde betweterige bedje ziek. Gezinsondersteuning kan gezien worden als een gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid, maar soms is het ook een zaak van verdeelde opvoedingsverantwoordelijkheid. Dan is de opvoedingsondersteuning een manier om ouders te sturen.
Over deze kwesties in theorie, in beleid en in praktijk gaat dit boek. En telkens houdt het ons voor ogen dat het gezin als dusdanig al lang dood is. In de plaats komt een veelheid aan samenlevingsvormen die we al dan niet gezinnen noemen. Daarbij moeten we ook de pleegzorg en adoptiegezinnen niet vergeten. De rode draad is dat de Gezinspedagogiek 2.0 een gezinspedagogiek is die breekt met enkele eeuwen van goede raad geven en die begint met luisteren.
Prof. dr. Michel Vandenbroeck doceert gezinspedagogiek aan de Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek van de Universiteit Gent. Hij ontving een eredoctoraat van de universiteit van Tampere. Zijn onderzoek gaat over voorschoolse voorzieningen, opvoedingsondersteuning en gezinsbeleid, met een bijzondere aandacht voor contexten van diversiteit. Hij is lid van de redactieraad van toonaangevende internationale wetenschappelijke tijdschriften (onder meer European Early Childhood Education Research Journal en Early Education and Development). Tezamen met zijn Zweedse collega Lieselott Olsson is hij coördinerend redacteur van de befaamde boekenserie “Contesting Early Childhood”. Hij is ook voorzitter van de raad van bestuur van VBJK – Vernieuwing in de Basisvoorzieningen voor Jonge Kinderen, met zetel in Gent. Eerder verscheen bij Gompel&Svacina zijn boek “De staat van het kind. Het kind van de staat”.