De rechtvaardigheid is slechts onproblematisch zolang wij daar niet naar vragen. Vragen wij, dan lijkt ze relatief, waardoor ze ons voortdurend ontglipt. Volgens de Zwitserse theoloog Emil Brunner (1889-1966) echter, kunnen wij met relativisme geen genoegen nemen. Rechters, wetgevers en politici moeten wel degelijk weten wat een rechtvaardige wet is. En een werkgever moet weten wat een rechtvaardig loon is. En een volk, dat kiezen moet, moet ook kunnen weten wat een rechtvaardige staatsvorm is. Over rechtvaardigheid zijn alle mogelijke filosofieën ontwikkeld. Wat echter het christendom hierover te zeggen heeft, is niet altijd duidelijk geweest. De gerechtigheid ‘gebiedt’. Maar dan moeten wij ook kunnen weten wat ons als sociale en staatkundige rechtvaardigheid geboden is.
De centrale vragen in Brunners Gerechtigheid zijn buitengewoon belangwekkend. Welke relevantie heeft het Evangelie voor vragen met betrekking tot de sociale rechtvaardigheid? Welke verantwoordelijkheid hebben wij als het gaat om de rechtvaardigheid in de politieke orde? Welke betekenis heeft christelijke rechtvaardigheid binnen het bereik van het huwelijk, het familieleven, en in de economische sfeer van de burgerlijke samenleving? Wat betekent het perspectief van de goddelijke openbaring voor de rechtvaardigheid in de internationale orde?
De scheppingsleer van de Bijbel biedt oriëntatie bij deze vragen. Met de schepping zijn goddelijke ordeningen meegegeven die het gemeenschappelijk leven structureren. Brunners Gerechtigheid wil de kennis van deze ordeningen doen herleven. Bovenal echter wil het de concrete en praktische verwerkelijking daarvan bevorderen. Deze ordeningen zijn richtinggevend voor een handelen dat rechtvaardig wil zijn. Ze brengen rechten en plichten mee die door iedereen die met rechtvaardigheid van doen heeft gerespecteerd zouden moeten worden.
Deze heruitgave wordt gecompleteerd door het prachtige essay Eros en liefde (1933).
Timo Slootweg, die de inleiding bij deze vertaling schreef, doceert rechtsfilosofie en ethiek in Leiden. Zijn inleiding plaatst Brunners Gerechtigheid in het omvattende kader van zijn wetenschappelijke arbeid en verheldert het verband met zijn christelijk personalisme.