Het boek De kosmos en het leven, een Meesterwerk, beschrijft belangrijke kenmerken van het heelal en van het leven op aarde. Binnen die beschrijving is de schepping van de wereld niet alleen iets van heel lang geleden, maar het is een voortgaand bouwproces. Natuurkundigen spreken over de fundamentele bouwstenen van de natuur. Kijken naar de wereld helpt ons iets van dat bouwproces te ontdekken en ons te verwonderen over de manier waarop nieuwe dingen ontstaan zijn. Of dat nu sterren, sneeuwkristallen of levende cellen zijn, onder alle natuurverschijnselen ligt een wetmatige structuur. Zou die misschien wijzen op een bouwplan? Waar de wetenschap zich beperkt tot kennis, opent de Bijbel het perspectief van Iemand die de Bouwmeester van de wereld is. Kan denken vanuit een bouwmetafoor een brug kan slaan tussen geloof en wetenschap? De Bijbel spreekt ook vaak over de schepping in termen van een bouwproces. Zijn geloof in God de Schepper en wetenschappelijke kennis op een natuurlijke manier met elkaar te verbinden?
Moeilijke vragen gaat dit boek niet uit de weg. Verdampt Adam tot een symbolisch figuur of heeft God echt de eerste mensen aangesproken? Waarom is er zoveel lijden? Dat valt toch niet te rijmen met de liefde van God?
En geeft de evolutietheorie een toereikende verklaring? Bij de bespreking van het evolutionaire mechanisme blijkt dat er naast mutaties en natuurlijke selectie nog een derde, minstens zo belangrijke factor is: wetmatige zelforganisatie. Vraagt dit om een update van de evolutietheorie?