Dit waar gebeurde verhaal gaat voor een groot deel over een arbeidersgezin uit Eindhoven. Het vertelt ook over de arbeidsomstandigheden bij de Philipsfabrieken in de jaren na de oorlog, waar Hans, één van de hoofdpersonen, werkt en waar hij zijn vrouw Bep leert kennen.
Het oudste dochtertje van Hans en Bep, Petra, wordt misbruikt door de inwonende oom. Wat de gevolgen zijn van deze traumatische gebeurtenis in haar leven is de rode draad die door het verhaal loopt.
Ook de ziekte Ehlers Danlos wordt duidelijk beschreven en welke impact dit op het leven van Petra en haar gezin heeft.
Toch is het niet alleen ellende. Het boek beschrijft hoe een gezin met alle ongemakken die het leven met een ongeneeslijke ziekte met zich meebrengen toch een gelukkig en hecht gezin kan vormen.