Het Catalaanse dorp Colera, net over de Frans-Spaanse grens, werd in 1878 verrijkt met een spoorbrug. Het was een ontwerp van Eiffel. De komst van de trein bracht het dorp aanvankelijk voorspoed omdat er werk te vinden was in het naburige internationale grensstation van Portbou.
Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) keerde de brug zich echter tegen het dorp. Het stalen gevaarte werd regelmatig gebombardeerd omdat het een levensader was voor het Republikeinse leger dat tegen Franco vocht. Er werden wapens over vervoerd en ook de duizenden leden van de Internationale Brigades trokken er over.
De bommen misten hun doel, de brug bleef ongeschonden. Het dorp zelf echter betaalde een extreem hoge prijs. De helft van Colera werd verwoest.
De geschiedenis van dit dorp en de streek fascineerden de journalist Jan van der Ven, die er jarenlang vakantie vierde. Hij ging daarom op zoek naar de verhalen die schuil gingen achter de zonnige façade van dit kustdorp. Hierop volgde een intensieve zoektocht in diverse Nederlandse, Spaanse, Franse en zelfs Amerikaanse (kranten)archieven.
In De Brug vertellen dorpsbewoners over de verstikkende tweedeling in de na-oorlogse jaren tussen de verliezers en overwinnaars. En over de immer aanwezige zwaarbewapende guardia civil. Op deze wijze wordt, met oog voor detail, het dagelijks leven tijdens de Burgeroorlog en de Franco-jaren geschetst. De Brug biedt zodoende een unieke inkijk in een van de meest roerige periodes uit de recente Spaanse geschiedenis.
Jan van der Ven (1953) werkte bij het Eindhovens Dagblad, De Havenloods en Het Vrije Volk. Hij schreef vervolgens gedurende 18 jaar over de landelijke politiek, onder meer voor Het Parool.