Het is de zomer van 1962. Een onbekende moeder in Leeuwarden staat onmiddellijk haar pasgeboren baby af ter adoptie als zij in het ziekenhuis aankomt. Waarom?
Acht maanden later wordt deze baby geadopteerd. Wat gebeurde er tijdens het prille begin?
De adoptieouders geven Maria een liefdevolle en onbezorgde jeugd. En dan toch, ontstaat langzaam de voor haar belangrijke vraag.
Mag ik er zijn?
Rond haar twintigste gaat ze op zoek naar haar oorsprong, een lange en moeizame zoektocht.
Tien jaar later neemt het verhaal een bijzondere wending. Een toevallige ontmoeting laat licht schijnen op haar prille en onbekende begin.
Dit geeft opnieuw moed voor de zoektocht naar verloren familieleden.
Het blijkt een weg naar binnen, naar innerlijke groei.
Zo durft ze langzamerhand te voelen wie ze werkelijk is.
Een aangrijpend verhaal in een persoonlijke, authentieke stijl.
Maria Mulder-Boersma is opgegroeid in Overijssel.
Is getrouwd, levensgenieter, schrijver en moeder van twee volwassen dochters.