Dit boek gaat over onze binnenwereld. Hoewel ieder mens uniek is, zijn er in onze binnenwereld patronen, die voor ons allemaal hetzelfde zijn.
Een van deze patronen is de wijze waarop we leren, door vallen en weer opstaan. Ons bewustzijn groeit door het ervaren van een afwisseling tussen negatieve en positieve momenten.
Wanneer we als kind geholpen worden negatieve ervaringen te verwerken, worden we ons geleidelijk aan bewust van onze mogelijkheden. We ontwikkelen dan innerlijke hulpbronnen, zoals weerbaarheid, veerkracht, een gevoel van eigenwaarde, het vermogen ons te verbinden met anderen. We leren vaardigheden en we worden ons bewust van inspiratie, autonomie en geloof in onszelf. Hierdoor kunnen we uiteindelijk als volwassene ons levenswerk in de wereld neerzetten.
Maar als de negatieve ervaringen te groot zijn of als ze te lang duren zonder dat er een uitweg mogelijk lijkt, dan krijgen we als kind niet de ervaring dat het weer goed komt. We blijven in het negatieve gevoel of in de negatieve ervaring hangen. We leren dan niet onze innerlijke hulpbronnen kennen, maar blijven in de overtuiging dat we waardeloos zijn, niets kunnen of geen invloed hebben op wat ons overkomt.
Als we de narigheid niet kunnen verdragen en verwerken, gaan we uitwegen zoeken om het maar niet te hoeven voelen. We verdoven onszelf of overschreeuwen de pijn. Of we gaan proberen te voorkomen dat de negatieve ervaring zich herhaalt en zetten ons hele systeem in voor dat ene doel. Maar dat strategische gedrag kan de eigen ontwikkeling in de weg zitten.
In haar boek Schatkaarten voor de binnenwereld beschrijft Petra de Vries hoe dit werkt. Ook laat ze door middel van een plattegrond zien, hoe we de weg terug kunnen vinden naar een rustige balans van negatieve en positieve ervaringen, waardoor we weer in staat zijn innerlijke hulpbronnen te ontwikkelen. Dit is geen rationeel proces. We kunnen het alleen bereiken door te voelen en te luisteren naar wat er in onze binnenwereld leeft.