Yoka Berretty (1928-2015), geboren als Joke Meijeringh, was een multitalent. Ze kon acteren, zingen, pianospelen, schilderen en dansen. Daarbij was ze ook nog eens een prachtige verschijning met haar blonde krullen, blauwe ogen, hoge jukbeenderen, pretkuiltjes in haar wangen en een aangename brutale uitstraling. Ze trok in het begin van de jaren vijftig naar Parijs en Rome en speelde daar haar eerste bescheiden filmrollen. Terug in Nederland kwam de populariteit haar aanwaaien. In de jaren zestig en zeventig wilde iedereen haar hebben voor film, toneel, radio en televisie. Iconisch was haar optreden, halverwege de jaren zestig, in het omstreden satirische tv-programma Zo is het toevallig ook nog eens een keer.
De Yoka die het publiek zag, straalde plezier en levenslust uit. Maar ze was ook dikwijls angstig en onzeker. Ze had een eenzame jeugd gekend en het verdriet daarover zou ze haar hele leven stilletjes bij zich houden.
Na een halve eeuw op de planken en voor de camera was ze uitgespeeld en zette ze, 72 jaar oud, een punt achter haar carrière. In het uitgaanscircuit in de Amsterdamse grachtengordel was ze nog vaak te zien. De nasleep van een val van de trap werd haar fataal.
In deze biografie schetst Peter van der Aa een wervelend beeld van Yokas leven en haar carrière. Hij belicht tevens de interessante figuren die haar levenspad kruisten.
Peter van der Aa (Tilburg, 1950) is journalist en schrijver. Hij publiceerde eerder Het koffertje van Manny, op zoek naar mijn biologische schoonvader (2014), Geen stuiver van de lommerd, de biografie van vakbondsman Jaap van der Linden (2017) en Horen, zien & schrijven, autobiografische fragmenten (2020).