Je maakt wat mee als kankerpatiënt
‘U moet het zo zien: als een paardenbloem zich al heeft uitgezaaid, zal het u niet helpen deze nog uit de grond te trekken. Het kwaad is dan al geschied.’
Met die woorden confronteert een arts mij met mijn overlevingskansen, nadat kanker is vastgesteld. Niet van plan hier heel lang naar te luisteren, ga ik de strijd aan tegen de geldende protocollen in de ziekenhuizen. Wat volgt is een stroom van opmerkelijke gebeurtenissen, met als grote finale een succesvolle operatie in België. Maakt mij dit nu tot een slachtoffer van medische blunders? Een geval apart? Een medisch wonder? Of gewoon iemand die ontzettend veel geluk heeft gehad?
Ivo Lantain (1958) krijgt de diagnose uitgezaaide prostaatkanker. Drie maanden daarvoor is bij zijn levenspartner Anuscka een agressieve vorm van huidkanker vastgesteld. Net één jaar samenwonend, op weg naar nieuw levensgeluk, worden zij ruw van hun roze wolk getrokken. Het verhaal van twee kankerpatiënten van wie het af en toe wel ‘ietsje minder’ had gemogen. Geluk bij een ongeluk: ze hebben elkaar. Hun liefde houdt stand en ze gaan ook nog eens niet dood. Volgens de auteur is dat ‘wel behoorlijk mazzel, ja’.
'Een verbijsterend verhaal over de beperkingen van onze gezondheidszorg, maar tegelijk een aanmoediging voor ieder van ons om te vechten voor je geluk, zelfs al staan alle seinen op rood. Een eenduidig pleidooi voor moed; vlot en met humor opgeschreven.’
(José Bernaerts, voormalig redacteur/hoofdredacteur maandblad Santé)