Friesland had het eerste vorstenhuis in Nederland. Het verhaal daarover is eeuwenlang door barden bezongen en in volksverhalen verteld.
Met de afzetting van Radboud II in 775 kwam het koninkrijk Friesland na 342 jaar ten einde. Als troostprijs hebben de bewoners van de Lage Landen boven de grote rivieren zich nog een paar eeuwen Friezen mogen noemen (de Nederlandse kerk in Rome heet nog altijd de Friezenkerk!).
Totdat Holland ook die faam van ze wegnam en Friesland reduceerde tot een provincie van schaatsen en babyvoeding. Als klap op de vuurpijl vinden heden ten dage Hollandse en Friese historici dat enkele koningen uit de geschiedenis geen koning mogen heten, maar gewoon ‘hertogen van de Franken’, en dat de overigen nep-koningen waren.
Tijd voor een herwaardering van dit verhaal.
Antoine T.J.M. Jacobs is emeritus professor in de rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Tilburg.