Toen ik klein was, leerde ik van mijn omgeving dat er dingen aan mij mankeerden, mijn schaduw kon ik toen nog niet herkennen als een deel van mezelf. Maar wat vanbinnen wordt ontkend, ook al is het onbewust, komt uiteindelijk toch van buitenaf wel naar je toe. Leeftijd maakt daarin niet uit, het krijgt alleen wel steeds meer vorm door de jaren heen.
De hoofdpersoon van dit boek wordt in haar werk gewaardeerd omdat ze gevoel en verstand lijkt te kunnen scheiden. Voor haarzelf is leven vanuit haar gevoel echter de enige manier om werk volgens haar idealen te doen. Maar haar gevoelens zijn vaak verwarrend. En herinneringen aan haar verleden, de plek in het gezin waarin ze opgroeide, de moeder, die haar als haar bezit beschouwde, belemmeren haar om de weg van haar hart te volgen. Het is een soort puzzel, die ze helemaal moet leggen om een compleet beeld te krijgen van haar ware zelf. Die persoon is krachtig en warm, capabel en moedig. In staat, om na al die jaren, eindelijk grenzen te stellen.
Een inspirerend en verhelderend boek. Het is een vervolg op Tussenkind (2010) en Tovertijd (2016), maar de boeken zijn heel goed los van elkaar te lezen.