De Rotterdammer Siem van den Hoonaard (1900-1938) geldt als een van de grondleggers van de Nederlandse metaalplastiek. Hij was in ons land de eerste beeldhouwer die zijn plastieken opbouwde uit aan elkaar gesmede platen en draden van koper. Zijn onderwerpen kwamen bij voorkeur uit de klassieke mythologie en de Rotterdamse 'roaring twenties', waarvan de plastieken Saxofonist, Negerdans en Filmster de markantste voorbeelden zijn. Zijn voornaamste werkstuk is Vechter, een beeld dat bij aanraking of stevige wind boksbewegingen maakt. Ander belangrijk werk van Van den Hoonaard: Geboorte van Venus, Clown en Pan, waarmee hij in 1937 op de Wereldtentoonstelling van Parijs een gouden medaille won. Nog geen jaar later overleed de kunstenaar aan een slopende longziekte.
'Wie nagaat wat tussen 1930 en 1937 in Nederland plastisch werd gemaakt, zal moeten erkennen, dat Van den Hoonaard hier een voorloper is geweest met een gedurfde, vrijere, open vormgeving (...) Een voorloper, waar hier niemand op is doorgegaan, waar weinig op werd gelet, en waar de vernieuwing van de laatste jaren (1950-1955) geen voortzetting van is, omdat niemand het meer kende. (...) Toch heeft Van den Hoonaard vroeg nú geldende principes erkend en weten te gebruiken. Het geeft een navrante eenzaamheid aan dit zuivere moedige werk.'
Aldus A.M. Hammacher (1897-2002), winnaar van de P.C. Hooftprijs in 1948 en van 1948 tot 1963 directeur van Rijksmuseum Kröller-Müller.