Je leest fragmenten uit jeugd- en volwassenenliteratuur.
Je werkt aan je fictiedossier en je geeft je mening.
Je leert:
- kenmerken van verhaalsoorten;
- verschillende verhaaltechnieken herkennen;
- gedichten lezen;
- hoe je met argumenten je mening over de teksten die je gelezen hebt, onderbouwt.