Je maakt allerlei opdrachten zodat je foutloze teksten kunt schrijven.
Je herhaalt en leert:
- werkwoorden vervoegen;
- werkwoordsvormen herkennen;
- hoofdletters en leestekens juist gebruiken;
- stijlfouten herkennen en verbeteren;
- woordsoorten benoemen;
- zinnen ontleden;
- foutloos schrijven.