De fysieke en digitale sporen op de plaats van een misdrijf geven belangrijke aanwijzingen over wat er is gebeurd en geven vaak ook (rechtstreekse) aanwijzingen over de identiteit van de dader(s) en de bij het misdrijf gebruikte middelen. Deze sporen zijn veelal vluchtig, latent en onderhevig aan contaminatie of wegmaken. Ze dienen zo spoedig mogelijk te worden beschermd en veiliggesteld. Dat vereist vakmanschap van allen die op de plaats van het delict (in hectische situaties) moeten werken. Fouten kunnen niet meer worden hersteld.
Deze Handleiding Optreden plaats delict is een standaardwerk voor iedere politieambtenaar die op een plaats delict werkzaamheden moet uitvoeren of er leiding aan moet geven. Voor andere hulpverleners bevat deze handleiding kennis over het belang om op een plaats delict op een bepaalde manier hun hulpverleningstaak uit te voeren.
Adri van Amelsvoort is freelance senior docent tactische opsporing. Hij was daarvoor hoofdinspecteur van politie in de functie van teamleider en kennismakelaar bij de Politieacademie. Hij is redacteur van de recherche-onderwerpen in de digitale kennisbank van Stapel & De Koning.
Henk Groenendal is freelance senior adviseur forensische opsporing en examinator. Hij was daarvoor teamleider en kennismakelaar forensische opsporing bij de Politieacademie.
Met bijdrage van: Ruud Oude Voshaar, Bed, docent verkeersongevallenanalyse bij het team Forensische opsporing van de Politieacademie, voor het onderdeel Sporen van verkeersongevallen.