Cornelis is een ondernemende jonge jongen, die overal op af stapt en probeert zijn kansen te grijpen als het gaat om het vinden van werk. Hij kon niet meer naar school, want in zijn tijd was het vaak zo dat er geld verdiend moest worden om rond te komen. Hij leert in de praktijk voldoende om zijn werk te kunnen doen met de hulp van zijn collega’s. Als je kijkt naar de moderne tijd waar de meeste jongeren een opleiding volgen en stages lopen, zie je dat het opdoen van deze praktijkervaring vaak achterblijft. Binnen de bedrijven is voor laagopgeleide leerlingen vaak niet veel tijd en aandacht.
Daarom is het boek geschreven om de kloof te dichten tussen werkgevers en ongeschoolde jongeren.