De wereld die zich uitstrekt tussen de Middellandse Zee en de Centraal-Aziatische steppes, kent van oudsher een rijke en bepalende geschiedenis. Dit was niet anders toen Arabieren in de 7de eeuw, Turken in de 11de eeuw en Mongolen in de 13de eeuw hier eigen wereldrijken uitbouwden. Diverse dynamieken van rijks- en identiteitsvorming gingen telkens opnieuw in interactie met de almaar diepere islamitische kleurschakeringen van deze rijke geschiedenis van volkeren en gemeenschappen, en van stedelingen, boeren en nomaden.
Een nieuwe geschiedenis van de islamitische wereld beschrijft twee grote historische golfbewegingen: een eerste van het 7de eeuwse Arabië tot het 10de eeuwse Irak, en een tweede van de 11de eeuwse steppes in het noordoosten tot de 18de eeuwse mediterrane kusten. Telkens wordt er ruim aandacht besteed aan specifieke socio-culturele en politieke veranderingen, altijd met oog voor historische en globale verbanden en continuïteiten. Op basis van de meeste recente inzichten in het historisch onderzoek werd zo een geheel nieuwe geschiedenis van deze wereld geschreven. itionele narratieven die vertellen over uitzonderlijkheid, verstarring en verval, ruimen hier plaats voor meer complexe, omvattende en verbindende contexten. Dit boek is daarom aanbevolen lectuur voor al wie de historische gelaagdheid van de huidige wereld beter - en anders - wenst te begrijpen.