Heeft God de mens geschapen? Of heeft de mens God geschapen? Dat is de centrale vraag in 'Het wezen van het christendom' (1841), het hoofdwerk van de Duitse filosoof Ludwig Feuerbach. Dit boek wordt algemeen beschouwd als een van de belangrijkste en invloedrijkste godsdienstkritieken in de moderne filosofie. Hierin benadert hij religie vanuit een humanistisch perspectief en onderzoekt hij het idee dat goddelijkheid een uiterlijke projectie is van onze idealistische menselijke aard. Feuerbachs scherp geformuleerde standpunten waren van enorm belang voor de ontwikkeling van de moderne menswetenschappen. Het werk heeft grote invloed gehad op onder anderen Marx, Nietzsche, Freud en Darwin.
'Het wezen van het christendom' is nu eindelijk in het Nederlands vertaald. De vertaling is van Karel D'huyvetters; de inleiding is van Johan Braeckman