Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Arie Akkermans en Hans van Reisen
Met medewerking van Vincent Hunink
Van Aurelius Augustinus (354-430) zijn ruim 300 brieven bewaard gebleven. Daarmee is Augustinus’ briefwisseling een van de belangrijkste van de laatantieke cultuur.
Deze uitgave bevat acht brieven. Zes ervan zijn van Augustinus, twee brieven heeft hij ontvangen van hoge bestuurders in het Romeinse rijk. De brieven zijn verschillend in lengte en sfeer. Maar in alle brieven gaat het om belangrijke onderwerpen van het christelijke geloof en van de samenleving. Met een bevriende bisschop probeert Augustinus het vaak bovenmatige alcoholgebruik bij de bevolking aan banden te leggen. En in brieven aan vertegenwoordigers van het Romeins bestuur in Noord-Afrika zet hij zich later als bisschop in voor reclasseringshulp aan zware misdadigers en ageert hij tegen marteling en doodstraf. In twee langere brieven staat hij uitvoerig stil bij het hoe en waarom van Gods menswording en bij de vraag hoe publieke overheidsdienaren zich moeten hoeden voor corruptie ter wille van hun dienstbaarheid aan rechtvaardige vrede.