Van Praag gaat in 'Slecht Zicht' verder op de weg die hij is ingeslagen in zijn boeken 'God en Psyche', 'Het Verstand te Boven' en 'Net Voorbij de Rede': de vrijmoedige, maar respectvolle interpretatie van en beschouwingen over het Godsbegrip, de Bijbel en daarin figurerende personen.
Hij voert in dit boek een jonge Judeeƫr ten tonele, Amos geheten, levend in de eerste helft van de eerste eeuw, die op zoek is naar zijn identiteit. Amos gaat hiervoor de discussie aan met vertegenwoordigers van de voornaamste religieuze en levensbeschouwelijke stromingen in zijn gemeenschap. Hij verneemt een stortvloed aan verschillende, vaak tegenstrijdige opvattingen en stelt zich zeer kritisch op.
Hij komt tot de conclusie dat zijn zoektocht geen pasklaar dogmatisch eindpunt kent. Hij zal uit de overdaad zelf een spiritueel "menu" moeten samenstellen dat hem past, dat zijn leven diepgang en betekenis geeft. Dialectiek zal zijn leidster zijn en twijfel de grondslag vormen van zijn religieuze leven.