In de eerste eeuw na Christus schreef Aulus Cornelius Celsus een encyclopedisch werk, De medicina, over de geneeskunde in zijn tijd. Na een inleiding over de ontwikkeling van de geneeskunde in voorgaande tijden, vooral bij de Grieken, bespreekt hij achtereenvolgens leefregels, behandeling van ziektes, recepten voor geneesmiddelen en chirurgische ingrepen. De vraag of hij arts was of goed geïnformeerde leek valt niet met zekerheid te beantwoorden. Maar met zijn aangename stijl en ongecompliceerde woordkeuze heeft hij een werk geschreven dat voor zowel medisch geschoolden als leken interessante lectuur oplevert.
Het is het enige werk uit de Oudheid dat een vrijwel compleet beeld geeft van de praktijk van de geneeskunde in het Romeinse Rijk.