De Vierjarenplannen van de nazi-economie is een onderbelicht onderwerp in de geschiedschrijving rond het nationaalsocialisme.
Nog altijd geldt het standaardwerk van Dieter Petzina - Autarkiepolitiek im Dritten Reich dat
in 1968 verscheen binnen de reeks Schriftreihe der Vierteljahrshefte für Zeitgeschichte als het werk over dit thema,
naast meer algemene publicaties over de nazi-economie van bijvoorbeeld Adam Tooze -The Wages of Destruction,
Friedrich Forstmeier en Hans-Erich Volkmann - Wirtschaft und Rüstung am Vorabend des Zweiten Weltkrieges en het
meerdelige werk van Lotte Zumpe, Wirtschaft & Staat in Deutschland 1933-1945.[1] Het is jammer dat de studie
naar dit onderwerp wat is achtergebleven, want de economie maakte een belangrijk deel uit van de aanvangssuccessen
van het Derde Rijk. Dit had alles te maken met het feit dat de economie, net als alle andere facetten van het
Derde Rijk, werd afgesteld op het principe van de Führerstaat. Deze gelijkschakeling moest er voor zorgen dat de
economie zou worden klaargestoomd voor de ambities van Nazi-Duitsland. In deze band maken wij kennis met
de belangrijkste periodiek uit die dagen rond de ambitieuze Duitse plannen. Het tijdschrift Vierjarenplan laat zich
lezen als een spiegel van de tijd. Het toont het vertrouwen en de hoogmoed van Duitse economen, ingenieurs,
industrie, handel, bankwezen en het boerenbedrijf om als Volkswirtschaft achter het vaderland te staan in moeilijke
tijden. Achter deze ronkende artikelen ging een angst schuil voor een herhaling van de voor Duitsland desastreuze
ontwikkelingen uit 1914-1918. Het was deels een succesvolle mobilisatie van de samenleving met als doel het land
oorlogsrijp te maken.