1788. Anna is als vondelinge opgenomen in het stift van Thorn: iets tussen een vrouwenklooster en een kostschool voor adellijke meisjes in. Ze wil erachter komen wat haar wortels zijn en hoe ze de positie van vondelingen kan versterken. Nu ze volwassen wordt, dreigt ze het stift te moeten verlaten en een beroep heeft ze niet geleerd.
Al bijna achthonderd jaar heerst er rust en vrede in deze door vrouwen geregeerde ministaat in Limburg. Dan zetten de Bataafse en Franse revoluties alles ineens op z’n kop. De rechten van ministaten, vrouwen, dienstmeisjes en slaven gaan het leven van Anna en haar vrienden beheersen. Het persoonlijke wordt uitermate politiek en het politieke persoonlijk.
Rianne Voet studeerde Politieke Filosofie en Vrouwenstudies en promoveerde op het thema ‘Feminisme en Burgerschap’. Dit thema, dat als een rode draad door haar werk loopt, heeft ze nu verwerkt in een roman, gebaseerd op een waargebeurde en onderbelichte geschiedenis in Nederland.