‘De tijd van de grote debatten over de oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is voorbij,’ schreef de Duitse historicus Oliver Janz in 2013, maar niets bleek minder waar. In Duitsland had de historicus Fritz Fischer al in de jaren ’60 voor de ‘Fischer controverse’ gezorgd door het Duitse aandeel uitgebreid, maar eenzijdig te belichten. Maar op academische studies over de oorlogsdoelen van de Russen (2011) en de Fransen (2015) bleef het wachten tot een heel eind in de 21ste eeuw.
Nu pas kunnen we ons een genuanceerd beeld vormen van de initiële, de continue en de beslissende verantwoordelijkheden bij het uitbreken van die oorlog. Er waren veel pogingen om Duitsland hoofdzakelijk of zelfs alleen verantwoordelijk te stellen: van Artikel 231 in het Verdrag van Versailles tot recente encyclopedische bijdragen toe. Maar daarnaast waren er ook dissidente stemmen, die wezen op de vele eenzijdige of foute voorstellingen in een eeuw geschiedschrijving over de oorzaken van die oorlog.
Over die oorlog laat één van die stemmen horen, op basis van jarenlange studie van de relevante Duits-, Engels-, Frans- en Nederlandstalige werken. Een internationaal én vergelijkend onderzoek dat al te vaak genegeerd werd. Daarbij wordt het duidelijk waarom de Franse president Poincaré zijn hond ‘Bismarck’ noemde. Maar uiteraard nog veel meer…
Luc Vanacker (1953) was leraar geschiedenis in Ieper. Hij heeft zich gespecialiseerd in de Eerste Wereldoorlog, vooral in de kwestie van de verantwoordelijkheden en in het niet-bezette deel van België en Noord-Frankrijk. Hij heeft al gepubliceerd in boekvorm en bijdragen geleverd voor Shrapnel, Stand TO!, Kroniek van de Grote Oorlog en Cross & Cockade.