“Ik kan mijn mond niet houden, ook al komt er rotzooi van.” Dat citaat was meerdere malen van toepassing op de turbulente politieke carrière van Hans Gruijters (1931-2005). De buitengewoon intelligente Hans was geen gemakkelijke man en dat hebben veel van zijn collega’s geweten.
Hij was een van de belangrijkste oprichters van D66 en de eerste minister die de partij ooit leverde, al raakten Gruijters en zijn partij daarna steeds meer van elkaar vervreemd. Zijn bestuurlijke idealen bleken niet te realiseren maar desondanks heeft hij als minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening een grote stempel gezet op de inrichting van ons land.
De politieke carrière van Hans Gruijters bestrijkt vier decennia, een periode waarin de samenleving veel veranderingen doormaakte. Daarbij horen zijn rebelse tijd als VVD-raadslid, de oprichting van D66, een ministerschap in het roemruchte kabinet Den Uyl en een zestienjarig burgemeesterschap in Lelystad, waar hij de jonge stad door een bijzonder moeilijke periode wist te loodsen.
Hans Gruijters, Een dwarse democraat volgt het leven van een slim Brabants jongetje uit het katholieke Helmond die zich niet schikt naar een plek in het dan nog verzuilde Nederland. Geïnspireerd door de Amerikaanse politiek heeft hij een ideaal. Nederland bestuurlijk vernieuwen.