Kierkegaard wordt veelal voorgesteld als een dwarsligger, als de profeet van een streng en veeleisend christendom en als een moeilijk denker. Dat laatste valt best mee, en Kierkegaards denken over de mens en het christendom is eigenlijk, zo toont de auteur aan, uitzonderlijk mild. Andersen was veel meer dan een naïeve sprookjesdichter, zoals de legende dat graag voorstelt. Hij was een erudiet, zeer complex mens, evenals zijn stadgenoot Kierkegaard een godzoeker, uiterst kritisch en gevoelig reagerend op de grote vragen van zijn eeuw en op het christendom van zijn tijd. Kierkegaard en Andersen kenden elkaar en hadden enige tijd een moeilijke relatie. In deze studie brengt de auteur de filosoof en de sprookjesdichter opnieuw bij elkaar. Hij leidt ons binnen in het leven en het werk van deze grote Denen, geeft commentaar daarop en gaat uitvoerig in op de ingrijpende veranderingen van de 19e eeuw. Hij verbindt hun werk met de wereld van de bijbelse, joodse spiritualiteit en met de grote vragen van onze eigen tijd, in het bijzonder die van de problematische relatie tussen wetenschap en geloof.