De provincie Utrecht had net als de andere delen van Nederland te maken met de gevolgen van de mobilisatie, de grote exodus van Belgische vluchtelingen en de voedselschaarste. En de stad Utrecht nam behalve als soldatenstad ook een bijzondere positie in als verkeersknooppunt van wegen en waterwegen. Dwars door de provincie loopt de Hollandse Waterlinie, die een belangrijke rol zou moeten spelen bij een aanval van vijandelijke legers om de vesting Holland te verdedigen.
Met de vlucht van de vluchtelingen kwamen ook veel Belgische militairen mee. Omdat Nederland zich neutraal opstelde, konden deze manschappen niet vrij rondlopen. Ze werden in kampen gehuisvest. Aanvankelijk onder slechte omstandigheden. Na een opstand waarbij doden vielen, werd hun situatie wat verbeterd. Onder hen bevond zich de bekende kunstenaar Rik Wouters die deze periode niet zou overleven. Als herinnering aan deze sombere tijd staat in Amersfoort het imposante Belgenmonument, gebouwd door en voor Belgische vluchtelingen. Door de gespannen verhouding tussen Nederland en Belgiƫ na de oorlog werd dit monument pas in 1938 aan de gemeente overgedragen.
De oorlog had ook gevolgen voor de Utrechtse universiteit. Een Duitse hoogleraar werd opgeroepen voor het Duitse leger en Belgische gevluchte studenten kregen de gelegenheid om colleges te volgen.
Toen de oorlog op 11 november 1918 was afgelopen, werden Amerongen en een jaar later Doorn wereldnieuws, omdat de Duitse keizer met zijn gevolg daar in ballingschap zijn intrek nam.
Utrecht had aan alle kanten te maken met de gevolgen van de Grote Oorlog.