Wat staat er echt in de Bijbel en hoe zijn die verhalen daar terechtgekomen? In dit boek wordt dat uitgezocht voor iedereen die geïnteresseerd is in de wortels van de westerse, christelijke cultuur. Daarbij blijkt dat de godsdienst en de geschiedenis van het Joodse volk zich anders ontwikkelden dan men meestal denkt.
- De uittocht uit Egypte vond niet plaats.
- De Israëlieten veroverden niet het land Kanaän, want ze ontwikkelden zich binnen Kanaän.
- Het geloof van de Joden was polytheïstisch: ze vereerden de oppergod El en diverse lagere goden of Baäls. Jahweh of Jehova was ook een Baäl.
- Jahweh had een echtgenote die Asjera heette.
- Er was geen hemel voor de overledenen en geen hel.
- Er waren ook geen engelen en er was geen duivel.
Toen priesters in Jeruzalem later verkondigden dat de Joden alleen Jahweh mochten vereren, bleef een groot deel van het volk meer goden vereren.
Veel verhalen in het Oude Testament werden in de westerse beschaving verkeerd uitgelegd, verkeerd doorverteld en verkeerd onthouden. Het Kaïnsteken bijvoorbeeld was geen straf, Jezabel of Izebel was geen overspelige vrouw en Lucifer was geen naam voor de duivel. En Adam at geen appel.
Dr. D. A. Berents schreef onder meer Misdaad in de Middeleeuwen, Stalin en Hitler komen in de hemel, Slachtbank en Pulp - gentleman-inbrekers in de triviaalliteratuur.